Het psychologisch profiel van kandidaten, die doordringen tot de eindfase in de selectie, laat het volgende beeld zien:
Ten opzichte van het academisch gemiddelde heeft deze groep een veel hoger analytisch potentieel. Op alle fronten. Verbaal analytisch scoren ze veel hoger, met name doordat ze sneller zijn. Numeriek redeneren gaat beter doordat ze sneller en meer accuraat cijfermatige informatie kunnen verwerken.
Logisch schematisch denken gaat ze beter af doordat ze zorgvuldiger informatie analyseren. Nadruk op analyse zien we ook terug in de persoonlijkheidsstructuur. Deze top talenten zijn veel meer dan de meeste managers en professionals geneigd om vraagstukken op een analytische en conceptuele manier te lijf te gaan. Ze zijn er beter in en doen het van nature meer.
Opvallend is het vermogen van deze groep om conceptueel te redeneren, ze doen dat met veel meer gemak, breedte en diepgang dan de gemiddelde acadeem. Ook in creatief redeneren scoren ze hoger.
Het is niet zo dat ze meer vloeiend met oplossingen op de proppen komen of gemakkelijker kunnen omschakelen maar onderscheidend is dat ze beter zijn in het bedenken van originele oplossingen. Ze denken gemakkelijker out of the box.
Dan een interessant dilemma. Deze potentiele top talenten zijn ambitieus, ze zijn doelgericht en hebben een sterke wil om vraagstukken oplossen. Ze zoeken een omgeving die snel verandert, ze hebben dynamiek nodig, gaan gemakkelijk met vernieuwing om. Tegelijk zijn ze nog weinig zelfsturend en autonoom, ze hebben richting en duidelijke opdrachten nodig. Waar ze een sterke behoefte aan hebben, is erbij horen. Ze willen ook een gevoel van veiligheid en harmonieuze werkrelaties ervaren. Anderen sturen of beslissingen nemen die impact hebben op anderen doen ze zeer beperkt.
Ze zijn erg met zichzelf bezig en nog maar heel beperkt met anderen. In het werk zelf zijn ze behoorlijk zorgvuldig en ook gericht op details. Behalve als de situatie niet duidelijk is of hen onvoldoende uitdaagt. Bij frustratie door ambiguïteit of verveling komt een behoorlijk beperkte impuls controle naar voren en ontsporen ze snel. Ambiguïteit in de werkomgeving leidt meteen tot onzorgvuldigheid en ongeorganiseerd gedrag. Verveling mond uit in overmatig risico’s nemen. Pubergedrag dus.
Do’s
Don’ts
Direct bellen: 088 – 277 377 6
Direct bellen: 088 – 277 377 6
2 reacties
Als ze iets zitvlees hebben komt het goed want dan leren ze hun omgeving begrijpen. Als ze al tijdens hun studietijd wel een actief studenten club leven en studentenhuis leven hebben gehad dan zijn ze al wat meet aangepast aan de toekomstige maatschappij en gaan ze makkelijker met hun intelligentie om in een omgeving die minder ver ontwikkeld is cq minder slim is.
Goed artikel! Deze kennis gaat ook op voor het onderwijs, waarin ik me beweeg als begeleider. Voor de collega’s in mijn netwerk heb ik de do’s en don’ts in dit artikel op een bierviltje gezet. Dat is een ludieke en compacte manier van kennis delen. Want “de beste ideeën ontstaan op de achterkant van een bierviltje” tenslotte.
https://www.facebook.com/Bierviltjesclub/posts/1971571329833144